Home » Gedragsregels

Gedragsregels

Vooraf
De Voorburg Cricket Club (VCC) is een relatief grote club in de Nederlandse cricketgemeenschap. Cricket is bij uitstek een sport met aanzienlijke karaktervormende waarden: het is een teamsport, dus het gaat erom gezamenlijk een zo goed mogelijk resultaat te behalen, en tegelijkertijd wordt grote waarde toegekend aan individuele prestaties, een en ander in “de geest van het spel”.

VCC  werd opgericht in juni 1932, een turbulent tijdsgewricht. Nederland verkeerde in de greep van de grote economische crisis. Cricket gold nog als een sport die voornamelijk was weggelegd voor de elite met haar zeer eigen etiquette.

Oprichter Geurt van Thuyl was wars van die opvatting. Overtuigd van de waarden van cricket, vond hij dat de sport moest openstaan voor een ieder met “gewoon burgerlijk fatsoen”. Hoewel nooit nader gepreciseerd is deze opvatting binnen VCC, misschien onbewust, altijd leidend geweest. Dat heeft VCC gemaakt tot een club waarin op geen enkele wijze onderscheid wordt gemaakt naar ras, geloof of politieke overtuiging en waarin wordt gestreefd naar zo goed mogelijke sportieve resultaten in een sfeer van onderlinge samenwerking, goede stijl en een gezellig, ontspannen verenigingsleven.

Tijden veranderen en daarmee de tijdgeest. Maatschappelijke ontwikkelingen in de sportwereld maken het noodzakelijk op een aantal gebieden regels te stellen waarin wat voor VCC geldt als gewoon burgerlijk fatsoen meer concreet wordt omschreven.

Op  grond van bovenstaande overwegingen is het huishoudelijk reglement met een aantal onderwerpen aangevuld die op de site nader zijn uitgewerkt. Het huishoudelijk reglement en de nadere bepalingen zijn conform de richtlijnen van NOC*NSF en de KNCB opgesteld.

De diverse regelingen:

  • De Geest van het Spel, waarin the Spirit of Cricket zoals de Engelsen dat zo mooi zeggen nog eens wordt uitgelegd en toeglicht;
  • Vrijwilligerswerk: onmisbaar ook voor VCC, maar wat voor rechten hebben Vrijwilligers eigenlijk en waar mogen ze op rekenen;
  • De gedragscode hoe we omgaan met onze jeugdleden en hoe we ons best doen om voor iedereen een veilig sportklimaat te realiseren;
  • De Vertrouwenspersoon van de Vereniging, met een uitleg over zijn/haar rol en wanneer je deze persoon kunt inschakelen;
  • Het Huishoudelijk Reglement.

De Geest van het Spel

Cricket is een spel dat veel van zijn unieke aantrekkelijkheid dankt aan het feit dat het niet alleen moet worden gespeeld volgens de Laws (de spelregels) maar ook in de geest van het spel (the spirit of the game).

Iedere handeling die kan worden beschouwd als een affront van deze spirit is een belediging van het spel zelf. De primaire verantwoordelijkheid voor de handhaving van fair play ligt bij de aanvoerders.

Er zijn twee laws  die de verantwoordelijkheid voor het gedrag van de teams duidelijk bij de aanvoerders leggen.

De verantwoordelijkheid van aanvoerders

De aanvoerders zijn te allen tijde verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat het spel gespeeld wordt in de Spirit of the Game, de tradities van het spel, alsook volgens de Laws en de wedstrijd- en competitiereglementen van de Bond.

Het gedrag van spelers

Wanneer een speler nalaat de instructies van een scheidsrechter op te volgen, in woord of gebaar een handeling van een scheidsrechter bekritiseert, aangeeft het met de scheidsrechter niet eens te zijn (“showing dissent”), dan wel in zijn algemeenheid zich gedraagt op een manier die het spel in opspraak kan brengen, dan zal de betreffende scheidsrechter dit in eerste instantie mededelen aan de andere scheidsrechter en aan de aanvoerder van de speler, en deze laatste opdragen daartegen op te treden.

Fair en unfair play

Volgens de Laws zijn de scheidsrechters de enige beoordelaars van fair en unfair play. De scheidsrechter mag op elk moment ingrijpen en het is de verantwoordelijkheid van de aanvoerder om op te treden wanneer dat verlangd wordt.

De scheidsrechters zijn bevoegd om in te grijpen in geval van:

  • het verspillen van tijd;
  • het beschadigen van de pitch;
  • het gevaarlijk of unfair bowlen;
  • het manipuleren van de bal;
  • iedere andere handeling die zij unfair achten.

De geest van het spel betekent respect voor:

  • de tegenstanders;
  • de eigen aanvoerder en teamgenoten;
  • de rol van de scheidsrechters;
  • het spel en zijn traditionele waarden.

Het is in strijd met de Geest van het Spel:

  • om een beslissing van een scheidsrechter, in woord, gedrag of gebaar te betwisten;
  • om grof, beledigend, grievend of krenkend taalgebruik te bezigen tegen een tegenstander of een scheidsrechter;
  • om zich over te geven aan bedrog of enige bedrieglijke handeling, zoals
    1. appelleren, wetend dat de batsman niet uit is;
    2. op een agressieve manier op een scheidsrechter toelopen tijdens het appelleren;
    3. trachten een tegenstander af te leiden, hetzij verbaal, hetzij door intimidatie met voortdurend handgeklap of onnodig geroep onder het mom van enthousiasme of aansporing vaan het eigen team.

Vrijwilligerswerk

Inleiding

Om alle activiteiten in de club goed te laten verlopen zijn vrijwilligers nodig. We prijzen ons gelukkig met de vele leden die in het clubhuis, in een commissie, als jeugdleider op het veld of op een andere manier hun steentje bijdragen. Voor het vrijwilligerswerk moeten nadere afspraken worden gemaakt. Dit hoofdstuk gaat nader hierop in.

Vrijwilligerswerk

Elk lid dient vrijwilligerswerk te verrichten. Voor seniorleden bestaan die in de eerste plaats uit bar-, clubhuis- en terreindiensten.

Daarnaast zijn er andere vrijwilligerswerkzaamheden zoals commissietaken, coach- en managementtaken, trainerschap, umpiring enz. Gewoonlijk worden hiervoor oproepen geplaatst en kan men zich opgeven.

Voor ouders van jeugdleden geldt dat zij vrijwilligerswerk dienen te  verrichten. Is men naast seniorlid ook ouder, dan heeft men twee verplichtingen. Ook jeugdleden kunnen worden ingezet voor vrijwilligerswerk.

Vrijwilligers dragen ook verantwoording. Dit geldt voor hun eigen doen en laten tijdens het verrichten van het werk, alsook voor het ingrijpen bij misstanden en bij het melden van incidenten.

De werkzaamheden

  1. Ieder spelend lid of ouder van een jeugdlid heeft de verplichting twee keer per seizoen een bardienst van vier uur te doen. Afkopen kan en moet worden gemeld bij een door het bestuur aan te wijzen persoon. Wie zonder bericht niet komt opdagen krijgt een boete. De voor afkoop en boete verschuldigde bedragen worden vastgesteld door het bestuur.
  2. Alle ouders van jeugdleden dienen bij jeugdwedstrijden beschikbaar te zijn voor vervoer van hun kinderen. Ouders van jeugdleden dienen bij toerbeurt de lunch voor de junioren te verzorgen.
  3. Elke vrijwilliger is verantwoordelijk voor zijn eigen doen en laten tijdens het verrichten van werkzaamheden.

Melding van incidenten

De vrijwilliger dient zo snel mogelijk melding te maken van gebeurtenissen die hebben geleid of hadden kunnen leiden tot een schadelijk gevolg van één of meer bij de Vereniging betrokkenen. De melding dient te geschieden bij de clubcaptain of het bestuur.

Grensoverschrijdend gedrag / risicovolle situaties

Als een vrijwilliger signaleert dat er (mogelijk) sprake is van grensoverschrijdend gedrag of een risicovolle situatie, probeert hij eerst de betreffende persoon erop aan te spreken. Voorts, indien nog nodig, maakt hij melding bij het bestuur. Grensoverschrijdend gedrag bestrijkt een breed terrein. Het kan gaan om seksuele intimidatie, alcoholmisbruik, stelen of vernielen, dreigen met wapens of het dreigen met verbaal of fysiek geweld. Wat de achterliggende motieven van de dader ook zijn, grensoverschrijdend gedrag mág en kán niet. Er moet tegen opgetreden worden. Dat is het uitgangspunt.

Alcoholgebruik tijdens vrijwilligerswerk

  1. Een vrijwilliger die ten behoeve van de Vereniging auto rijdt of nog moet rijden drinkt geen alcohol en is en blijft nuchter.
  2. Een vrijwilliger mag tijdens een sportieve activiteit geen alcohol drinken als hij de leiding heeft.
  3. Een vrijwilliger wordt geacht nuchter te verschijnen bij de activiteit waarvoor hij is ingedeeld.

Verzekeringen

Ten behoeve van vrijwillige functionarissen van kracht zijnde verzekeringen worden op de website vermeld in de bundel Verenigingsinformatie.

Gedragscode omgaan met jeugd

Ongewenst seksueel gedrag

Noodzakelijk beleid inzake ongewenst seksueel gedrag is de laatste jaren duidelijker geformuleerd. Dit heeft voor de Vereniging op grond van artikel 28 van het huishoudelijk reglement geleid tot het vaststellen van de navolgende gedragscode die geldt voor alle medewerkers, dus vrijwilligers zowel als betaalde krachten.

Gedragscode

Veel grenzen in het contact tussen vrijwilligers en jeugdleden van de Vereniging zijn niet eenduidig. Het ene kind wil even op schoot zitten als het troost zoekt, het andere kind heeft behoefte aan een aai over de bol en weer een ander kind vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Hierover kunnen nooit grenzen worden gesteld die voor alle kinderen in alle situaties gelden.

Maar er is wel één duidelijke grens en dat is dat seksuele handelingen en contacten tussen vrijwilliger en jeugdleden absoluut ontoelaatbaar zijn.

Daarom heeft de Vereniging voor haar vrijwilligers deze gedragscode opgesteld, die bestaat uit twee delen: regels die bijdragen aan een open, transparante en veilige omgeving voor jeugdleden en vrijwilligers en voorts de omschrijving van seksueel onaanvaardbaar gedrag die het uitgangspunt is voor het tucht- en sanctiebeleid dat door de Vereniging ter zake wordt gevoerd.

Gedragsregels voor vrijwilligers

  1. De begeleider draagt zorg voor een omgeving en een sfeer waarin het jeugdlid zich veilig en gerespecteerd voelt.
  2. De begeleider onthoudt zich ervan de pupil te bejegenen op een wijze die de pupil aantast in zijn waardigheid.
  3. De begeleider dringt niet verder door in het privé-leven van de pupil dan functioneel noodzakelijk is.
  4. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van seksuele benadering ten opzichte van het jeugdlid. Alle seksuele handelingen, contacten en relaties tussen begeleider en jeugdlid tot 16 jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel grensoverschrijdend gedrag.
  5. De begeleider mag het jeugdlid niet op zodanige wijze aanraken, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch ervaren zal worden.
  6. De begeleider zal tijdens trainingsdagen, kampen reizen, uitjes en dergelijke zeer terughoudend en met respect omgaan met jeugdleden in ruimtes waarin zij zich bevinden, zoals kleedkamer en hotelkamer
  7. De begeleider heeft de plicht het jeugdlid naar vermogen te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel grensoverschrijdend gedrag en zal er actief op toezien dat de gedragscode wordt nageleefd door iedereen die bij het jeugdlid betrokken is.
  8. Als de begeleider gedrag constateert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode, alsook bij vermoeden van seksueel grensoverschrijdend gedrag, is hij verplicht daarvan melding te maken bij het bestuur.
  9. De begeleider krijgt of geeft geen (immateriële) vergoedingen die niet in de rede zijn.
  10. In die gevallen waarin de gedragscode niet (direct) voorziet of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaald gedragingen is het de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest van de gedragscode te handelen en zo nodig daarover in contact te treden met het bestuur.

Omschrijving seksueel grensoverschrijdend gedrag met jeugdleden en sanctiebeleid

Onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met jeugdleden verstaan wij: Elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering in verbale, non-verbale of fysieke zin, opzettelijk of onopzettelijk, die door de persoon die het ondergaat als ongewenst of gedwongen wordt ervaren; en/of plaatsheeft in een ongelijke machtsverhouding (volwassene-kind, hulpverler-client, leerkracht-leerling, trainer-pupil, leiding-jeugdlid e.d.) en/of handelingen of gedragingen die strafbaar zijn volgens het wetboek van strafrecht.

Gedragingen die volgens bovenstaande omschrijving vallen onder seksueel grensoverschrijdend gedrag met jeugdleden kunnen worden gesanctioneerd door een tuchtprocedure volgens artikel 10 van de statuten. Naast de daarin genoemde maatregelen kunnen sancties bestaan uit het voor kortere of langere tijd uitsluiten van vrijwilligerswerk met jeugdleden door persoonsgegevens in een centraal register op te nemen.

Seksueel grensoverschrijdende gedragingen met jeugdleden, waarvan het bestuur oordeelt dat deze vallen onder het Wetboek van Strafrecht, zullen bij politie/justitie worden aangegeven.

Deze gedragscode is vastgesteld door de algemene vergadering van de Voorburg Cricket Club als hoofdstuk  III van bijlage I bij het Huishoudelijk Reglement.

Voor kennisneming

Naam:

Handtekening:

De VertrouwenContactPersoon (VCP)

De VCP is een contactfunctionaris binnen de vereniging die zich inzet voor het voorkomen van grensoverschrijdend gedrag, en is laagdrempelig aanspreekbaar als er zorgen zijn en bij incidenten. De VCP hoort aan en verwijst door, deze rol is niet verantwoordelijk voor de oplossing van een incident.De activiteiten van de VCP vallen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur en meer in het bijzonder onder de verantwoordelijkheid van de voorzitter.

Grensoverschrijdend gedrag in de sport wordt gefineerd’ als “Enige vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd“. In sport en dus ook bij cricket wordt onder grensoverschrijdend gedrag verstaan seksuele intimidatie en misbruik, intimidatie en machtsmisbruik, pesten en uitsluiting, agressie en geweld en alle vormen van discriminatie. Daarbij zijn we als sport alert op matchfixing, doping en integriteitsschendingen zoals fraude of belangenverstrengeling. Bij de bestuurder van de vereniging, de sportbonden en het Centrum Veilige Sport Nederland kan en mag alles besproken en gemeld worden.

Om ongewenst gedrag te bestrijden heeft ook de VCC besloten de functie van vertrouwenscontactpersoon (VCP) in te stellen.

Taken

Preventie

  1. Profileren en aanspreekpunt
  2. Sociale veiligheid beleid
  3. Kennis en kunde

De VCP zorgt ervoor dat de rol bij iedereen bekent is en draagt zorg voor bereikbaarheid. De VCP werkt samen met de bestuurder aan doorgaande preventie op de vereniging door middel van bijeenkomsten, het thema op de agenda houden, kennis te delen, actief leden te informeren over de rol.

Signalen

  1. Eerste opvang en vertrouwelijk gesprek
  2. Vervolg stappen bespreken
  3. Rapportage en verslaglegging aan bestuur

De VCP is in staat een vertrouwelijk gesprek te voeren en heeft kennis van het sport tuchtrecht en de verwijzingsnetwerken. De VCP is in staat een inschatting te maken over urgentie, veiligheid en vervolg advies. In samenspraak met de betrokkenen of de potentiele melder stelt de VCP een (anoniem) verslag op voor het bestuur van de vereniging. De VCP informeert het bestuur proactief over zorgelijke signalen, en verzorgt jaarlijks een rapportage over signalen op hoofdlijnen ten behoeve van een sociaal veilige sportomgeving.

Huishoudelijk Reglement

Hoofdstuk 1 – Algemene Bepalingen

STATUS

Artikel 1

  1. Dit huishoudelijk reglement van de VOORBURG CRICKET CLUB, hierna te noemen “de Vereniging”, is vastgesteld door de algemene vergadering van de Vereniging op grond van artikel 24 van de statuten, dewelke zijn vastgesteld bij de oprichting van de Vereniging op 1 juni 1932 en sedertdien herhaaldelijk gewijzigd, laatstelijk op 1 mei 1997.
  2. Het bestuur van de Vereniging draagt zorg dat te allen tijde in het clubhuis de vigerende statuten en reglementen ter inzage beschikbaar zijn.

NAAM, CLUBKLEUREN, VLAG, TENUE

Artikel 2

  1. De Vereniging wordt in het dagelijks verkeer ook aangeduid met de afkorting VCC.
  2. De clubkleuren van de Vereniging zijn donkerblauw, wit en rood.
  3. De vlag van de Vereniging is een rechthoek waarvan de breedte en de hoogte zich verhouden als 3:2. De bovenhelft is donkerblauw; de onderhelft is verdeeld in drie horizontale banen van gelijke hoogte, waarvan de middelste rood is en de beide overige wit zijn. In de linkerhelft van de blauwe baan bevindt zich, in wit, het logo met de naam van de Vereniging; daaronder in de rode baan het jaartal van haar oprichting, 1932
  4. Het tenue van de Vereniging weerspiegelt zo mogelijk de kleuren genoemd in lid 1 en wordt vastgesteld door het bestuur.

LIDMAATSCHAP KNCB

Artikel 3

  1. De Vereniging is lid van de Koninklijke Nederlandse Cricket Bond (KNCB), hierna aan te duiden met “de Bond”.
  2. Leden van de Vereniging kunnen, met goedkeuring van het bestuur, functies vervullen bij de Bond. Zodanige goedkeuring zal niet dan op grond van strijdigheid met het verenigingsbelang, zulks ter beoordeling van het bestuur, worden onthouden.
  3. Voor zover in de statuten of het huishoudelijk reglement niet anders is voorzien, bepaalt het bestuur de vertegenwoordiging van de Vereniging bij de Bond.

 

COMMUNICATIE NAAR DE LEDEN

Artikel 4

  1. Mededelingen aan de leden worden bekendgemaakt door middel van een rondschrijven, per e-mail en/of door publicatie op de website van de Vereniging..
  2. Alle aldus gedane mededelingen worden geacht ter kennis van de leden te zijn gebracht drie werkdagen na de terpostbezorging, verzending van de e-mail of plaatsing op de website van de Vereniging.
  3. Waar overigens in de statuten en in dit huishoudelijk reglement inzake berichtgeving sprake is van “schriftelijk” wordt daaronder mede verstaan “per e-mail of door plaatsing op de website van de Vereniging”.

 

HOOFDSTUK II – LEDEN EN BEGUNSTIGERS

TOELATING

Artikel 5

  1. De aanmelding voor het lidmaatschap dient schriftelijk, onder vermelding van de gevraagde gegevens en inlichtingen, te geschieden bij de secretaris. Waar de aanmelding een kandidaat-jeugdlid betreft, dient deze te zijn vergezeld van een verklaring van de wettelijke vertegenwoordiger(s), waarin voor het aangaan van het lidmaatschap toestemming wordt gegeven.
  2. De aanmelding als begunstiger dient schriftelijk, onder vermelding van de gevraagde gegevens, te geschieden bij de secretaris. De aanmelding vermeldt het bedrag dat de kandidaat-begunstiger bereid is jaarlijks bij te dragen; dit bedrag mag niet lager zijn dan de door de algemene vergadering vastgestelde minimum bijdrage.
  3. Aan een kandidaat-lid of -begunstiger wordt op diens verzoek inzage gegeven in de statuten en reglementen van de Vereniging. Met het indienen van de aanmelding verklaart het kandidaat-lid c.q. de kandidaat-begunstiger de statuten en reglementen te kennen en deze te zullen naleven. Ten aanzien van een kandidaat-jeugdlid geschiedt deze verklaring door de wettelijke vertegenwoordiger(s).
  4. Het bestuur deelt zijn beslissing omtrent de toelating aan betrokkene mede binnen twee weken na ontvangst van de aanmelding. Als de beslissing een afwijzing van het lidmaatschap inhoudt, verzendt het bestuur zijn kennisgeving per aangetekend schrijven of per e-mail met verzoek om ontvangstbevestiging en wijst daarin op het bepaalde in artikel 10.
  5. Een persoon aan wie wegens wanbetaling hetzij het lidmaatschap, hetzij de hoedanigheid van begunstiger is opgezegd, kan niet opnieuw worden toegelaten alvorens aan enige nog bestaande betalingsverplichting is voldaan.

RECHTEN

Artikel 6

  1. Leden en begunstigers hebben het recht van toegang tot – en gebruik van de accommodatie van de Vereniging, een en ander met inachtneming van door het bestuur te stellen regels. Zij hebben voorts het recht deel te nemen aan in het kader van het verenigingsleven georganiseerde evenementen.
  2. Leden hebben het recht deel te nemen aan de oefeningen, wedstrijden en competities binnen het kader van het goedgekeurde verenigingsbeleid en door het bestuur te stellen regels.
  3. Leden, niet zijnde jeugdleden, hebben het recht binnen de Vereniging functies te vervullen.

VERPLICHTINGEN

Artikel 7

  1. Op grond van het gestelde in artikel 9, lid 1 van de statuten kan het bestuur onder meer, binnen redelijke grenzen, aan de leden taken en verplichtingen opleggen ter bevordering van de goede gang van zaken binnen de Vereniging. Zodanige taken en verplichtingen kunnen eveneens worden opgelegd aan ouders van jeugdleden.
  2. Taken en verplichtingen, als bedoeld in lid 1, bestaan in hoofdzaak uit aan de Vereniging te verlenen diensten. Aard en omvang van deze diensten, hierna evenals de werkzaamheden van vrijwillige functionarissen vrijwilligerswerk te noemen, worden vastgesteld door het bestuur.
  3. Nadere regels omtrent vrijwilligerswerk worden gegeven in hoofdstuk II van bijlage I bij dit huishoudelijk reglement.

OPZEGGING

Artikel 8

  1. Opzegging van het lidmaatschap door het lid dient schriftelijk, met inachtneming van de statutair gestelde termijn, te geschieden bij de secretaris.
  2. Opzegging van het lidmaatschap namens de Vereniging dient, met inachtneming van de statutair gestelde termijn, per aangetekend schrijven of per e-mail met verzoek om ontvangstbevestiging te geschieden door de secretaris.

TUCHTMAATREGELEN, ONMIDDELLIJKE OPZEGGING LIDMAATSCHAP NAMENS DE VERENIGING

Artikel 9

  1. Als aan het bestuur feiten of omstandigheden bekend worden op grond waarvan het overweegt aan een lid:
  2. een tuchtmaatregel als bedoeld in artikel 10, lid 2 van de statuten op te leggen, of
  3. namens de Vereniging met onmiddellijke ingang het lidmaatschap op te zeggen, als bedoeld in artikel 13, lid 4 van de statuten, stelt het ter zake een onderzoek in en nodigt het op zo kort mogelijke termijn, in geen geval langer dan twee weken na het bekend worden van genoemde feiten of omstandigheden, het betreffende lid uit zijn visie te geven en/of zich te verweren.
  4. Het bestuur is bevoegd, als de ernst van de situatie zulks rechtvaardigt, vooruitlopend op zijn beslissing het betreffende lid een voorlopige schorsing van ten hoogste vier weken op te leggen.
  5. Het bestuur neemt binnen een week na de datum, waarop het het betreffende lid de gelegenheid heeft gegeven zijn visie te geven en/of zich te verweren, zijn beslissing en stelt het lid daarvan onmiddellijk in kennis.
  6. Als de beslissing van het bestuur inhoudt een schorsing van meer dan acht weken, of ontzetting uit het lidmaatschap, dan wel onmiddellijke opzegging van het lidmaatschap namens de Vereniging, verzendt het zijn kennisgeving per aangetekend schrijven of per e-mail met verzoek om bericht van ontvangst en wijst daarin op het gestelde in artikel 10.

BEROEPSPROCEDURE

Artikel 10

  1. Het lid dat een kennisgeving als bedoeld in artikel 5, lid 4 of artikel 9, lid 4 heeft ontvangen dient, indien het van de vervatte bestuursbeslissing in beroep wenst te gaan bij de algemene vergadering, het beroepschrift, met inachtneming van de in artikel 10, lid 5 van de statuten genoemde termijn, per aangetekend schrijven of per e-mail in te dienen bij de secretaris van het bestuur.
  2. Het bestuur verzendt zo spoedig mogelijk, maar niet meer dan tien dagen na ontvangst van het beroepschrift, de oproep voor de algemene vergadering.
  3. Het bestuur dient alle stemgerechtigde leden de mogelijkheid te bieden kennis te nemen van alle op schrift staande, relevante informatie en wel gedurende tenminste vijf dagen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
  4. Als er sprake is van een conflict waarin het bestuur als zodanig partij is kan de vergadering met twee/derde meerderheid besluiten het bepaalde in artikel 22, lid 1 onder b. van de statuten van overeenkomstige toepassing te verklaren.
  5. Onmiddellijk nadat de behandeling van het beroep is afgesloten, dient de appellant de vergadering te verlaten. In afwezigheid van de appellant en zonder enige verdere discussie neemt de vergadering vervolgens haar besluit.
  6. Het besluit van de algemene vergadering wordt niet later dan op de tweede werkdag na de behandeling van het beroep per aangetekend schrijven of per e-mail met verzoek om ontvangstbevestiging aan de appellant verzonden.

HOOFDSTUK III – GELDMIDDELEN

JAARLIJKSE BIJDRAGEN

Artikel 11

  1. De algemene vergadering kan leden en begunstigers indelen in categorieën die elk een verschillende bijdrage betalen.
  2. De jaarlijkse bijdragen dienen in hun geheel te worden voldaan uiterlijk op 1 mei van het lopende boekjaar, tenzij de algemene vergadering anders beslist. Bij toetreding na 1 mei is de bijdrage verschuldigd op de datum van toetreding.
  3. Het bestuur kan in individuele gevallen en op daartoe strekkend verzoek gespreide betaling toestaan.
  4. Leden die, ondanks betalingsherinnering met de betaling van hun bijdrage meer dan twee maanden nadat deze verschuldigd is ten achter zijn, worden geschorst tot de datum waarop de bijdrage is ontvangen. Een geschorst lid blijft verplicht tot betaling van de bijdrage. Als aan de betalingsverplichting niet wordt voldaan wordt, op grond van artikel13, lid 2 van de statuten, wegens wanbetaling het lidmaatschap namens de Vereniging opgezegd. De betalingsverplichting wordt daarmede niet opgeheven.
  5. Aan begunstigers die, ondanks betalingsherinnering, in gebreke blijven aan hun betalingsverplichting te voldoen, wordt op grond van artikel 14 van de statuten namens de Vereniging de hoedanigheid van begunstiger opgezegd. De betalingsverplichting wordt daarmede niet opgeheven.

HOOFDSTUK IV – HET BESTUUR

BEVOEGDHEID

Artikel 12

  1. Het bestuur is na de algemene vergadering het orgaan in de Vereniging dat als zodanig gerechtigd is tot het nemen van alle beslissingen die het in het belang der Vereniging acht, voor zover deze niet in strijd zijn met de statuten en het huishoudelijk reglement, of met besluiten van de algemene vergadering.
  2. Bij het aangaan van rechtshandelingen wordt de Vereniging vertegenwoordigd als vermeld in de statuten, artikel 18 onder a. of c.

KANDIDAATSTELLING

Artikel 13

  1. Kandidaten voor verkiezing tot lid van het bestuur kunnen worden gesteld door het bestuur en door groepen van leden die ingevolge artikel 20, lid 4 onder a. van de statuten bevoegd zijn tot het bijeenroepen van de algemene vergadering.
  2. Op het stellen van kandidaten door anderen dan het bestuur is artikel 33, lid 3 van overeenkomstige toepassing
  3. Voor zover het niet de herverkiezing van aftredende bestuursleden betreft, dient van iedere kandidaat bij de voordracht een schriftelijke verklaring te worden gevoegd, waarin deze zich bereid verklaart de kandidatuur te aanvaarden.
  4. Het bestuur vermeldt zijn voorstel inzake de omvang van het te benoemen bestuur alsmede alle kandidaten in zijn oproeping als bedoeld in artikel 32, lid 2.

VERKIEZING

Artikel 14

  1. De algemene vergadering neemt eerst een besluit ten aanzien van de omvang van het te benoemen bestuur.
  2. Verkiezing heeft plaats uit de blijkens de oproeping gestelde kandidaten, met dien verstande dat een persoon voor niet meer dan één vacature kandidaat kan zijn.
  3. Als het aantal gestelde kandidaten niet toereikend is voor vervulling van alle vacatures, worden eerst zo veel mogelijk de vacatures vervuld. Vervolgens kunnen ter vergadering, met inachtneming van artikel 33, lid 2, kandidaten worden gesteld voor de resterende vacature(s). Benoeming in deze vacatures heeft plaats uit ter vergadering gestelde kandidaten.

BESTUURSFUNCTIES

Artikel 15

De verdeling der bestuursfuncties, als bedoeld in artikel 15, lid 2 van de statuten, geschiedt zodanig dat door elk bestuurslid, met uitzondering van de voorzitter en de penningmeester, meer dan één functie kan worden vervuld.

VOORZITTER

Artikel 16

  1. De voorzitter is bij elke officiële vertegenwoordiging de woordvoerder van het bestuur, tenzij hij deze taak heeft overgedragen aan de plaatsvervangend voorzitter of een ander bestuurslid.
  2. De voorzitter is in het bijzonder verantwoordelijk voor het naleven en doen naleven van de vigerende statuten en reglementen in alle geledingen van de Vereniging.
  3. De voorzitter roept de bestuursvergaderingen bijeen, stelt daarin de orde van de dag vast en leidt deze vergaderingen.
  4. De voorzitter vervult de in de leden 1, 2 en 3 genoemde functies en taken onverminderd zijn overige uit statuten en reglementen voortvloeiende werkzaamheden en verantwoordelijkheden.

 

PLAATSVERVANGEND VOORZITTER

Artikel 17

De plaatsvervangend voorzitter treedt bij ontstentenis van de voorzitter in diens functie.

 

SECRETARIS

Artikel 18

  1. De secretaris is belast met alle secretariaatswerkzaamheden, waartoe in het bijzonder te rekenen:
    1. het voeren van uit de bestuurswerkzaamheden voortvloeiende correspondentie, archiveren van inkomende stukken en kopiëren van uitgaande stukken, beheren van het volledige archief op zodanige wijze dat niet dan met toestemming van het bestuur en tegen ontvangstbewijs stukken daaruit aan anderen ter beschikking worden gesteld;
    2. convoceren en notuleren van de bestuursvergaderingen en de algemene vergaderingen;
    3. bekend stellen aan de leden van de besluiten der algemene vergadering en van de daarvoor in aanmerking komende bestuursbesluiten;
    4. namens het bestuur uitbrengen van een verslag omtrent de toestand van de Vereniging aan de jaarlijkse algemene vergadering;
    5. opstellen en bijhouden, mede ten behoeve van de penningmeester en de wedstrijdsecretaris, van het register van leden en begunstigers.
  2. De secretaris vervult bovenstaande werkzaamheden onverminderd de overige taken die voortvloeien uit de statuten en reglementen van de Vereniging.

PENNINGMEESTER

Artikel 19

  1. De penningmeester is belast met het beheer van de geldmiddelen, waartoe in het bijzonder te rekenen:
    1. het innen van alle aan de Vereniging toekomende gelden, het doen van de uitgaven binnen het door de Vereniging goedgekeurde beleid, het informeren van het bestuur omtrent de financiële gang van zaken;
    2. het nauwkeurig administreren van alle inkomsten en uitgaven, alsmede het rentedragend beleggen van de beschikbare gelden;
    3. het opstellen van het door het bestuur aan de jaarlijkse algemene vergadering uit te brengen financieel verslag over het afgelopen boekjaar en het indienen van de begroting voor het lopende boekjaar;
    4. het tijdig en op verzoek beschikbaar stellen van alle op het financiële beheer betrekking hebbende bescheiden aan de controlecommissie ex artikel 19, lid 3 van de statuten.
  2. Bij zijn aftreden draagt de penningmeester de kas en alle bescheiden over aan zijn opvolger, nadat het bestuur door de jaarlijkse algemene vergadering is gedechargeerd. Indien het aftreden tussentijds plaats heeft geschiedt de overdracht nadat door de controlecommissie op grond van een onderzoek een voorlopige goedkeuring is afgegeven.
  3. De penningmeester verricht de in lid 1. genoemde werkzaamheden onverminderd de overige taken die voortvloeien uit de statuten en reglementen.

WEDSTRIJDSECRETARIS

Artikel 20

Het bestuur kan, al of niet uit zijn midden, een wedstrijdsecretaris benoemen die wordt belast met door het bestuur te bepalen taken, verband houdend met door elftallen van de Vereniging, al of niet in het kader van door de Bond georganiseerde competities, te spelen wedstrijden.

BESTUURSVERGADERINGEN

Artikel 21

  1. Het bestuur vergadert tenminste vier keer per jaar en overigens wanneer de voorzitter of twee van de overige bestuursleden zulks nodig achten.
  2. Bestuursvergaderingen worden schriftelijk bijeengeroepen op een termijn van ten minste een week, onder vermelding van de te behandelen onderwerpen.
  3. In zeer dringende gevallen kan van het gestelde in lid 2. worden afgeweken.
  4. Voor het nemen van geldige besluiten is de aanwezigheid van de meerderheid der bestuursleden vereist; ieder bestuurslid heeft één stem.
  5. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.

ONTSLAG ALS BESTUURSLID

Artikel 22

  1. Het bestuur kan besluiten een lid van het bestuur bij de algemene vergadering voor te dragen voor ontslag. Bij het nemen van een dergelijk besluit is artikel 21, lid 5. niet van kracht.
  2. De algemene vergadering, waarin het voorstel tot ontslag wordt behandeld, dient te worden gehouden binnen vijf weken na de datum van het in lid 1 genoemde besluit.
  3. In de periode, gelegen tussen het bestuursbesluit en de algemene vergadering, is het betreffende bestuurslid geschorst.

 

HOOFDSTUK V – WEDSTRIJDEN EN OEFENINGEN

OEFENINGEN, ELFTALLEN, COMPETITIES

Artikel 23

Het bestuur beslist over de samenstelling van de elftallen, stelt de te houden oefeningen vast en bepaalt de deelname aan de competities.

AANVOERDERS

Artikel 24

  1. Het bestuur benoemt vóór de aanvang van het seizoen de aanvoerders van de seniorenelftallen.
  2. De aanvoerder treedt vanaf het tijdstip van samenkomst tot en met het verblijf in de kleedruimten na afloop van de wedstrijd op als vertegenwoordiger van het bestuur. De spelers zijn alsdan verplicht zijn aanwijzingen op te volgen.
  3. De aanvoerder draagt zorg voor het naleven van de wedstrijdbepalingen, het doen bijhouden van de scoringboeken en het invullen en verzenden van de wedstrijdformulieren.
  4. De aanvoerder heeft in geval van wangedrag de bevoegdheid de desbetreffende speler van het speelveld te verwijderen. Hij is in een dergelijk geval verplicht binnen 24 uur aan het bestuur van het voorgevallene een gedetailleerd rapport uit te brengen.

SPELENDE LEDEN

Artikel 25

  1. Leden dienen in alle wedstrijden waarin zij uitkomen voor de Vereniging het tenue, zoals vastgesteld door het bestuur, te dragen.
  2. Voor VCC-spelers geldt dat zij zich de geest van het spel, zoals nader uiteengezet in ing bijlage I, hebben eigen gemaakt en zich tijdens de beoefening van het spel dienovereenkomstig gedragen.

HOOFDSTUK VI – COMMISSIESS, MEDEWERKERS

COMMISSIES

Artikel 26

  1. Naast de statutair door de algemene vergadering benoemde controlecommissie kent de Vereniging commissies als bedoeld in artikel 17 lid 5 van de statuten, waarvan de leden worden benoemd en ontslagen door het bestuur.
  2. Van de in lid 1 bedoelde commissies worden de taakomschrijving en de samenstelling bekendgesteld op de website van de Vereniging in de bundel Verenigingsinformatie.

CLUBCAPTAIN

Artikel 27

Het bestuur kan een Clubcaptain benoemen. Deze functionaris is belast met het management van het clubgebouw.

GEDRAGSCODE MET BETREKKING TOT OMGANG MET JEUGDLEDEN

Artikel 28

De Vereniging heeft voor haar vrijwillige functionarissen en betaalde krachten een gedragscode opgesteld; zij dienen deze gedragscode voor kennisneming te ondertekenen en worden geacht volgens die code te handelen. De gedragscode is gebaseerd op het model dat de Vereniging Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk heeft opgesteld en is als hoofdstuk III van bijlage I gehecht aan dit huishoudelijk reglement.

verklaring omtrent het gedrag (vog) *)

Artikel 29

  1. Voor alle bestuursleden, coaches, trainers en managers van achttien jaar en ouder geldt dat zij in het bezit moeten zijn van een geldige VOG.
  2. Het bestuur coördineert de aanvragen en registreert de afgegeven verklaringen.

 

*)       Een verklaring omtrent het Gedrag, vroeger bekend als Bewijs van Goed Gedrag, is een verklaring van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, waaruit blijkt dat het gedrag in het verleden van een persoon geen bezwaar oplevert voor het gevraagde doel, bijvoorbeeld het verkrijgen van een nieuwe baan of het werken met minderjarigen bij een sportvereniging. Door een VOG te verlangen van iedereen die in zijn functie in aanraking komt met minderjarige leden toont de Vereniging dat zij de veiligheid van haar leden serieus neemt. De verklaring is voor leden van sportbonden gratis.

 

HOOFDSTUK VII – GEDRAGSREGELS, VERTROUWENSPERSOON

ONGEWENST GEDRAG

Artikel 30

  1. De Vereniging voert een beleid dat erop gericht is dat ongewenste omgangsvormen zoals discriminatie, (seksuele) intimidatie, agressie, pesten en grensoverschrijdend gedrag, een en ander geestelijk zowel als lichamelijk, zoveel mogelijk worden voorkomen.
  2. Een lid of begunstiger die last ondervindt van ongewenst gedrag meldt dit bij het bestuur, behoudens in een geval als bedoeld in lid 7.
  3. De melding kan niet anoniem geschieden en moet binnen een jaar nadat het ongewenste gedrag heeft plaatsgehad worden gedaan, mondeling of schriftelijk. Een jeugdlid kan zich laten begeleiden door zijn wettelijk vertegenwoordiger.
  4. Het bestuur gaat zorgvuldig en vertrouwelijk om met de informatie van de melder. Het zal niemand benaderen zonder dat de melder daarvan op de hoogte is en daarvoor toestemming heeft gegeven.
  5. De melder van het ongewenst gedrag blijft te allen tijde gehouden zelf bij te dragen aan het oplossen van zijn probleem.
  6. Het bestuur komt na hoor en wederhoor tot een oordeel. Als dit oordeel inhoudt dat er sprake is van strafbaarheid treedt artikel 10 van de statuten in werking, tenzij er vermoeden is van een wettelijk strafbaar feit, in welk geval door of namens het bestuur aangifte wordt gedaan bij de autoriteiten.
  7. Een lid dat last ondervindt van ongewenst gedrag kan, bijvoorbeeld om redenen van privacy, ervoor kiezen zich te wenden tot de vertrouwenspersoon als bedoeld in artikel 31, in plaats van tot het bestuur.

 

VERTROUWENSPERSOON

Artikel 31

  1. De Vereniging heeft een vertrouwenspersoon en kan een vertrouwenscommissie instellen. De vertrouwenspersoon is een gemakkelijk toegankelijke en bereikbare functionaris die iemand, die binnen de sfeer van de Vereniging last ondervindt van ongewenste omgangsvormen, opvangt en samen met betrokkene probeert een oplossing te vinden voor diens probleem.
  2. De vertrouwenspersoon wordt benoemd en ontslagen door het bestuur. Naam en contactgegevens van de vertrouwenspersoon worden vermeld op de website van de Vereniging in de bundel Verenigingsinformatie als bedoeld in artikel 34.
  3. De in artikel 30, de leden 3, 4 en 5 vervatte bepalingen zijn m.m.van toepassing op een bij de vertrouwenspersoon ingediende melding.
  4. De vertrouwenspersoon is, behoudens het gestelde in lid 5, verplicht tot strikte geheimhouding.
  5. De vertrouwenspersoon brengt zo spoedig mogelijk verslag uit aan de voorzitter van de Vereniging. Deze doet in geval van een wettelijke verplichting aangifte bij de autoriteiten.
  6. De vertrouwenspersoon is geen orgaan van de Vereniging.
  7. Een nadere beschrijving van de functie vertrouwenspersoon wordt gegeven in bijlage IV bij dit Huishoudelijk Reglement.

HOOFDSTUK VIII – ALGEMENE VERGADERING, BESLUITVORMING

AANKONDIGING EN OPROEPING

Artikel 32

  1. Behoudens in zeer dringend geval, als bedoeld in artikel 21, lid 1 van de statuten, wordt van het voornemen tot bijeenroeping van een algemene vergadering door het bestuur aan de leden schriftelijk aankondiging gedaan op een termijn van tenminste vier weken.
  2. In verband met het gestelde in artikel 33, lid 2 onder b. vermeldt het bestuur in zijn aankondiging het aantal stemgerechtigde leden van de Vereniging. Als peildatum voor dit aantal geldt:
  1. 1 maart als de vergadering wordt gehouden in de periode april t/m september daaropvolgend,
  2. 1 september als de vergadering wordt gehouden in de periode oktober t/m maart daaropvolgend.
  1. De definitieve oproep voor de algemene vergadering geschiedt met inachtneming van artikel 21 van de statuten.

BESLUITVORMING

Artikel 33

  1. Leden die hun stemrecht wensen uit te oefenen dienen de presentielijst te hebben ondertekend. Indien een lid een stem bij volmacht kan uitbrengen, dient op de lijst bij zijn naam ook de naam van de lastgever te worden vermeld. De voorzitter of de secretaris stelt hierbij zijn paraaf na akkoordbevinding van de volmacht.
  2. Aan de algemene vergadering kunnen voorstellen ter behandeling worden voorgelegd door
    1. het bestuur;
    2. een groep of groepen van leden die ingevolge artikel 20, lid 4 van de statuten bevoegd zijn tot het bijeenroepen van de algemene vergadering.
  1. Voorstellen als bedoeld in lid 2 onder b. dienen tenminste drie weken vóór de vergadering te worden ingediend bij het bestuur.
  2. Geen besluiten kunnen worden genomen over onderwerpen of voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld.
  3. Ieder stemgerechtigd lid is bevoegd op een aan de orde zijnd voorstel amendementen in te dienen.
  4. Als op een voorstel meer dan één amendement is ingediend worden deze door de voorzitter in stemming gebracht in zodanige volgorde, dat eerst wordt gestemd over het amendement dat naar zijn oordeel de verste strekking heeft en zo vervolgens.
  5. Tenslotte wordt het voorstel, zoals door de vergadering al of niet geamendeerd, in stemming gebracht.

HOOFDSTUK IX – SLOTBEPALINGEN

VERENIGINGSINFORMATIE

Artikel 34

Algemene gegevens betreffende de Vereniging, alsmede niet in enig reglement vastgelegde besluiten van de algemene vergadering en van het bestuur, worden door de secretaris gebundeld onder de titel Verenigingsinformatie. Deze bundel wordt gepubliceerd op de website van de Vereniging; daarbij is het bepaalde in artikel 4.2 overeenkomstig van toepassing.

WIJZIGING

Artikel 35

  1. Het huishoudelijk reglement kan door de algemene vergadering worden gewijzigd.
  2. Het huishoudelijk reglement of enig deel daarvan kan door de algemene vergadering met een meerderheid van drie/vierde van de aanwezige stemgerechtigde leden tijdelijk buiten werking worden gesteld.

Artikel 36

Bijlagen maken in hun geheel en onverbrekelijk deel uit van dit huishoudelijk reglement.

INWERKINGTREDING

Artikel 37

Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op de dag volgend op die waarop het door de algemene vergadering is vastgesteld.

Het huishoudelijk reglement van 1 mei 1997 wordt alsdan ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de algemene vergadering van de Voorburg Cricket Club, gehouden te Den Haag, Leidschendam-Voorburg op 13 april 2018

[/tab_text] [/tab_nav] [/themeum_tabs]