Voorburg CC heeft een uitstekend seizoen niet kunnen bekronen met een landstitel. In de finale bleek HCC te sterk: 200 – 188.
Door nachtelijke regenval werd de wedstrijd ingekort naar 46 overs per team. In de ochtenduren was VCC nog de bovenliggende partij toen Viv Kingma met zijn allereerste bal Crowley bowlde en Stijn de Leede Ton Staal ving op het bowlen van zijn neef Bas.
Worden en Gorlee zorgden voor herstel, maar vrij langzaam: het werd 73/2/24. In de 26e over moest Gorlee (31) een poging om te versnellen bekopen met zijn wicket. Toen André Malan vervolgens Worden bowlde met een mooie offcutter, was het 79/4.
Wederom kwam er herstel – van Pringle en Overdijk ditmaal – maar aanvankelijk weer niet in een hoog tempo: 110/4/36 betekende net drie runs per over.
Daarna kwam vanuit VCC-perspectief de klad erin. Er werden enkele vangkansen gemist waarvan HCC profiteerde. In de laatste tien overs maakten de Hagenaars maar liefst negentig runs en eindigden op 200 (partnership 108) waar eerder 180 het maximaal haalbare had geleken. Viv Kingma, Bas de Leede en André Malan bowlden sterk.
Innings VCC
André Malan werd al snel LBW gegeven; een belangrijke doorbraak voor HCC. Musa Ahmad en Bas de Leede hadden een goed partnership van 62 totdat Bas (26) op een cruciaal moment run out ging door een direct hit van Clayton Floyd: 74/3.
96 runs uit zestien overs werd gevraagd, dus zes runs per over. Toen er vijf wickets down waren, was de gevraagde runrate echter opgelopen naar zeven runs per over, en ging naar negen omdat Musa en Shariz Ahmad (partnership 41) geen boundary’s cadeau kregen van de drie left arm spinners.
Musa (75) sneuvelde op 157 in de 42e over. Ali Ahmad maakte er 17 uit tien ballen, maar ging run out. Shariz maakte een knappe 31, maar zeventien runs van de laatste over bleek logischerwijze te veel gevraagd.
Jammer voor VCC dat een zeer goed seizoen niet kon worden afgesloten met een tweede landstitel. Op bepalende momenten bleek HCC echter net iets scherper.